Toen en Nu
De toren van de Grote Kerk te Enschede
De Grote Kerk op de Oude Markt is het oudste bouwwerk dat Enschede nog bezit. Op de plek waar de huidige kerk staat, staat al sinds de 8ste eeuw een kerkgebouw. Eerst een houten kerkje dat rond het jaar 1000 vervangen werd door een stenen kerk. In de 13e eeuw werd de laat-romaanse zandstenen toren aan de kerk toegevoegd die in 1480 met één vak verhoogd werd. Dat is nog goed te zien aan het kleurverschil van de bouwstenen. De luidklokken zijn toen ook een verdieping hoger geplaatst, waardoor de Romaanse gebogen dubbelvensters geen dienst meer deden als galmgaten. Op dit moment is de toren 49,6 meter hoog, inclusief haantje en kruis. |
Bij het herstel in 1865 kreeg de toren een achtkantige lantaarn voorzien van ramen met rondbogen en gekroond door een ballustrade van Bentheimer zandsteen. Bij de restauratie in 1926-28 kreeg de spits weer zijn oorspronkelijke middeleeuwse vorm.
Het StadsCarillon
Al vóór 1920 had de familie Van Heek het plan opgevat om de gemeente Enschede, die sinds de Napoleontische tijd eigenaar is van de toren van de Grote Kerk, een carillon te schenken. Het wachten was echter op de restauratie van de toren. Die moest namelijk wel sterk genoeg zijn om een carillon te dragen.
Al vóór 1920 had de familie Van Heek het plan opgevat om de gemeente Enschede, die sinds de Napoleontische tijd eigenaar is van de toren van de Grote Kerk, een carillon te schenken. Het wachten was echter op de restauratie van de toren. Die moest namelijk wel sterk genoeg zijn om een carillon te dragen.
Na een grondige studie, advies en goedkeuring van kerkarchitect Jos Cuypers en de Nederlandse Klokken- en Orgelraad werden het fundament en de muren versterkt, zodat de toren sterk genoeg zou zijn voor een carillon. En zo besloten Jan van Heek, zijn zus Bertha Jordaan-van Heek en zijn broers Gerrit Jan jr. en Arnold - allen opgegroeid aan de voet van de Grote Kerk - de gemeente een uit 42 klokken bestaande beiaard te schenken. Ze vervulden hiermee een hartenwens van hun moeder Christine, die jarenlang bijna onder de toren woonde en altijd graag een klokkenspel in de toren had gewild.
|
|
Op 19 april 1929 aanvaardde de gemeenteraad dankbaar het geschenk van de familie Van Heek.
De klokken werden door de Engelse klokkengieters Gillett & Johnston gegoten en in de torenspits opgesteld. Op 30 augustus 1929 tijdens een bijeenkomst in de Grote Kerk werd het carillon aan de gemeente overgedragen en voor het eerst bespeeld door Staf Nees, de beiaardier van Mechelen in die tijd. |
Zoals zovele andere klokken in Nederland is ook het Enschedese carillon in de tweede wereldoorlog door de Duitsers weggevoerd en omgesmolten. Ze namen de 32 grootste klokken mee. De 10 kleinste bleven hangen. Het heeft tot 1951 geduurd voordat er weer een compleet carillon met 48 klokken was.
Het carillon bestaat nu uit 49 klokken, des-es-f-chromatisch-es4, maar aangesloten op het klavier als Bes-c-d-chromatisch-c4. De grootste 29 zijn nog uit 1950-51 en door Van Bergen gegoten. De overige 20 zijn in 1980-82 door Eijsbouts geleverd.
Bijna alle klokken hangen in de torenspits. Vier klokken (des-es-f-as) hangen op de torenzolder. Deze worden niet alleen als carillonklokken, maar ook als luidklokken gebruikt. De grootste klok weegt ca. 2000 kg.! Alle klokken van het carillon wegen samen iets meer dan 10.000 kg. |
Speelklavier en -trommel
Een beiaardier speelt op een klavier met houten stokken en pedalen die zijn aangesloten op de klepels van de carillonklokken, maar de klokken worden ook bespeeld door een automatisch speelwerk: een grote speeltrommel die is aangesloten op hamers aan de buitenkant van de klokken. Van 's ochtends zeven uur tot 's avonds tien uur klinkt er elk kwartier een korte melodie. Het uurwerk in de toren zorgt ervoor dat de speeltrommel automatisch start. De Enschedese speeltrommel is van Van Bergen en in 1951 geïnstalleerd. De stadsbeiaardier versteekt één keer per jaar vier nieuwe melodieën op het automatisch speelwerk. |
Speeltijden
Van oudsher werd het carillon wekelijks bespeeld tijdens de dinsdagmarkt, die vroeger plaatsvond rondom de Grote Kerk. Vandaar ook dat dit gebied de Oude Markt heet. Sinds de markt in 1958 verplaatst is naar wat nu het Van Heekplein heet, is een marktbespeling minder functioneel. In 2018 is daarom gekozen voor een lunchbespeling op zondag. Ca. 50 keer per jaar bespeelt StadsBeiaardier Esther Schopman op zondag tussen 13 en 14u de 49 klokken van het StadsCarillon. |
|
Verder speelt zij bij bijzondere gelegenheden, zoals Valentijnsdag, Koningsdag, 4 & 5 mei, Die Tolle Woche, de Nacht van de Nacht, Sinterklaas, Kerst en andere nader te bepalen gebeurtenissen. Meer informatie vind je in het jaarprogramma kom Kijken, kom Luisteren!
Luisterplaats
Bij de St. Jacobuskerk is het prettig luisteren naar het stadscarillon. Onder de bogen of op de trappen kun je de klokken goed horen, maar heb je minder last van het geroezemoes van de terrassen. Ook op de Klokkenplas (tussen Grote Kerk en Stadhuis) en de Jacobusgang (het pleintje achter de Jacobuskerk) is het carillon redelijk goed te horen. |